Erik Bloem (data)journalist, researcher en fotograafvraag@erikbloem.com

Erik Bloem
Te snel voor het fietspad, te traag voor de weg

Verkeer Grote snelheidsverschillen tussen gebruikers fietspaden leiden tot irritaties, risico’s en ongelukken

Erik Bloem en Jaap Bloembergen

NRC Handelsblad | Achtergrond | Zaterdag 21-08-2010 | Sectie: Binnenland | Pagina: 03

Op het fietspad zitten snelle en langzame gebruikers elkaar in toenemende mate in de weg. Moeten de hardrijders naar de autorijbaan? Of zijn er fietssnelwegen nodig?

Een oudere heer leert zijn kleinzoon fietsen op een fietspad in de duinen. Een grote groep wielrenners schreeuwt dat hij aan de kant moet. Het jongetje wiebelt op zijn fiets, komt ten val en begint hard te huilen. Zijn opa wil hem troosten, maar wordt uitgescholden door de renners, omdat hij niet op tijd opzij was gegaan met zijn kleinzoon.

Dit voorval stond in een van de vele larmoyante brieven die de Fietsersbond krijgt toegestuurd over het toenemende gevaar op fietspaden. De bond adviseert hardfietsers om op smalle fietspaden alleen ‘s ochtends vroeg of ‘s avonds te rijden. Of wielrenners dit advies in de praktijk brengen? De woordvoerster: Alle beetjes helpen.

Naar Duits en Belgisch voorbeeld [kader] hebben de Fietsersbond en de Nederlandse Toer Fiets Unie (NTFU) minister Eurlings (Verkeer, CDA) voorgesteld groepen wielrenners toe te laten op de rijbaan, met uitzondering van auto- en snelwegen. Zo veroorzaken ze geen hinder op het fietspad en hebben ze zelf geen last van recreatieve fietsers. Want het slingerende omkijken van veel oudere én heel jonge fietsers als een toesnellend peloton zijn komst aankondigt, zorgt op zijn beurt weer voor irritaties bij de hardfietsers, zegt een woordvoerder van de NTFU.

Volgens de Fietsersbond groeit het aantal conflicten tussen snel en langzaam fietsverkeer op fietspaden. Tegenwoordig vind je er racefietsen, toerfietsen, ligfietsen, mountainbikes, snorfietsen (met blauw kenteken, helm niet verplicht) en steeds vaker ook elektrisch aangedreven fietsen.

Die laatste categorie is volgens de Fietsersbond een hit. Het elektrische motortje van deze e-bikes ondersteunt elke trap. Naarmate de fietsers harder trapt, neemt de elektrische steun af, doceert Stef Stock, secretaris van de fietsenafdeling bij importeursvereniging RAI. Boven de 25 kilometer per uur doe je alles zelf. Die voorwaarde stelt de wet aan voertuigen om als fiets beschouwd te worden.

Vorig jaar werden in Nederland 153.000 e-bikes verkocht – 12 procent van de totale fietsverkoop. Hiermee kwam het totaal aantal e-bikes op zo’n 400.000. De meeste worden bereden door ouderen die niet meer zo hard kunnen trappen. Maar in toenemende mate blijken ze ook in trek bij jongere mensen, die er bijvoorbeeld lange afstanden woon-werkverkeer mee afleggen.

In hun voorstel aan Eurlings om snelle fietsers de rijbaan te gunnen, stellen de fietsersbonden: Het relatief hoge snelheidsverschil op fietspaden leidt tot veel inhaalbewegingen met alle irritaties en risico’s van dien.

Er zijn al enkele categorieën fietspadgebruikers naar de rijbaan geloodst. Bromfietsen (geel kenteken, helm verplicht) zijn binnen de bebouwde kom al jaren naar de weg verbannen. Buiten de bebouwde kom moeten ze op het fietspad rijden, maximaal 30 kilometer per uur. Ook fietsen breder dan 75 centimeter, verplicht op drie wielen, mogen de rijweg gebruiken. Met de ligfietsen van bijvoorbeeld Velomobiel – type sigaar of bobslee, felle kleuren – zijn hoge snelheden haalbaar. Die zie je dan ook op de rijbaan. De Fietsersbond heeft goede ervaringen met de Velomobiel op de rijbaan.

In Nederland zijn volgens de stichting Consument en Veiligheid bijna anderhalf miljoen wielrenners actief. Zo’n 30.000 van hen zijn lid van de wielrenunie KNWU. De wielerorganisatie is geen groot voorstander van het gebruik van de autorijbaan voor trainingsritten. Jeugdrenners ziet ze sowieso liever rijden op afgesloten parcoursen. Bij duurtrainingen zou het handig kunnen zijn, maar dan moet er wel een auto voor en achter het peloton rijden, zegt een KNWU-woordvoerder.

Wielrennen en mountainbiken zijn gevaarlijke sporten, vindt de stichting Consument en Veiligheid. Jaarlijks ontvangen afdelingen spoedeisende hulp van ziekenhuizen zo’n 3.700 mountainbikers en wielrenners. Van hen moet 14 procent in het ziekenhuis blijven, tegen 5 procent bij andere sportbeoefenaars. Dat duidt op ernstiger kwetsuren bij fietsers. Hoofdletsel is bij wielrenners en mountainbikers in een kwart van de gevallen ernstig, tegen 8 procent bij andere sporten. Er zijn geen cijfers voor fietsongelukken op fietspaden.

Veilig Verkeer Nederland (VVN) ziet wielrenners niet graag op de weg. Het snelheidsverschil met personenauto’s, bussen en vrachtwagens is dan zo’n 30 à 40 kilometer per uur, zegt een woordvoerder. Ik zie niet hoe dat de verkeersveiligheid vergroot. Fietsers horen gewoon thuis op het fietspad. Dat het in België en Duitsland gebeurt, maakt ons niet uit.

Tweede Kamerlid Joop Atsma (CDA) ziet een oplossing in meer fietssnelwegen. De oud-voorzitter van de KNWU én fanatiek toerfietser schreef met Bovag, ANWB en Fietsersbond een nota hierover, die in juni werd behandeld door Tweede Kamer. Daarin pleiten wij voor meer fietssnelwegen, die veel breder zijn dan een gemiddeld fietspad en voornamelijk bedoeld voor hardfietsend woon-werkverkeer. Ook moeten ze ongelijkvloerse kruisingen krijgen. Dat voorkomt oponthoud. Fietssnelwegen zijn vooral bedoeld voor dichtbevolkte gebieden. Ze liggen al in de Randstad en tussen Arnhem en Nijmegen.

Volgens Atsma is het voorstel van de Fietsersbond een typisch zomeronderwerp. Alleen met warm weer zijn de fietspaden vol. Volgens Atsma valt het probleem wel mee. Als iedereen zich aan de regels houdt, is er niks aan de hand. Moeten we snelheidscontroles gaan houden? Zorg dat iedereen een bel heeft, een kwestie van opvoeden.

Atsma heeft liever dat de Fietsersbond echte problemen aanpakt. Zoals fietsendiefstal en het tekort aan fietsstallingen. Dat houdt de mensen bezig.

In België en Duitsland hoeven groepen vanaf 15 fietsers niet op fietspad Nederland telt zo’n 20.000 kilometer aan fietspaden. Fietsers zijn daardoor minder gewend aan rijden op de weg, in tegenstelling tot Belgen en Duitsers land die in hun land veel minder fietspaden hebben. In deze landen gelden afwijkende verkeersregels voor grote groepen fietsers. Het Belgische verkeersreglement bepaalt dat groepen van 15 tot 50 fietsers in tweetallen en aaneengesloten – als groep herkenbaar – op de weg naast het verplichte fietspad mogen fietsen. Dat kan onder begeleiding van twee duidelijk herkenbare ‘wegkapiteins’ of volgwagen(s) op 30 meter van de groep. Bij 50 tot en met 150 renners is begeleiding voor en achter door auto’s verplicht. Op kruispunten zonder verkeerslichten mag het verkeer vanuit de zijwegen door een van de wegkapiteins worden stilgelegd terwijl de groep oversteekt. In Duitsland geldt in grote lijnen hetzelfde voor groepen.

Foto-onderschrift: Samen op het fietspad: een scootmobiel kan zelden harder dan 20 kilometer per uur (en rijdt vaak langzamer), terwijl de racefiets al snel het dubbele haalt.
Trefwoord: Verkeersveiligheid; Fietsers
Organisatie: Fietsersbond

Op dit artikel rust auteursrecht van NRC Handelsblad BV, respectievelijk van de oorspronkelijke auteur.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

*

You may use these HTML tags and attributes: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <strike> <strong>